Je leeft er anderhalf jaar naar toe, kijkt reikhalzend uit naar de warmte en het natuurschoon van Bonaire…. en voor je het weet zijn 10 dagen Bonaire voorbij!
Het was geweldig!
Terwijl Nederland de koudste maart-maand ooit beleefd (temperaturen rond het vriespunt), zitten wij met 8 Apa Dukers in de warmste gemeente van
Nederland (met temperaturen van zo’n 30 graden hoger), op zo’n 10 uur vliegen van thuis. De reis er naar toe was lang en het temperatuur-verschil een shock,
maar vanaf 14 maart een uur of 18.00 lokale tijd (5 uur vroeger dan in Nederland) gaat het leeftempo een aantal standjes lager
Op 15 maart worden we enthousiast ontvangen bij duikbasis Wannadive. Na wat papierwerk en kopen van National Marine Park penningen mogen we
eerst zelf een checkdive doen, de instructeur die ons wegwijs zal maken in het duiken op Bonaire is nog niet aanwezig. We duiken bij ”Front Porch”, het “huisrif”.
Leuke eerste indruk van duiken op Bonaire, met schorpioenvis, murenes, veel zacht koraal, veel kerstboom- en kokerwormen en vele scholen vis. Dat blijken de
vaste bestanddelen te zijn bij vrijwel elke duik op Bonaire. Verder hier een klein wrakje.
Na de checkdive verteld een engelse instructeur ons hoe duiken op Bonaire gaat: één van de 72 duikstekken uitzoeken, duikapparatuur achter in je pickup-truck laden,
volle duikflessen ophalen bij 1 van de 3 tankdepots van Wannadive, lekker in je pickup-truck naar de duikstek hobbelen en plonzen maar! Unlimited diving,
zowel w.b. diepte als hoeveel duiken je maakt en op welk tijdstip. Leve het relaxte vrije Bonairiaanse leven!
’s Middags gaat de reis naar “Oil’s Slick Leap”: een plaats ooit aangewezen voor een olie opslag terminal, die er nooit gekomen is, waar je met een hoge sprong
te water moet gaan. Maar… het kan ook per steile trap. Die trap bleek al uitdaging genoeg te zijn. De golven sloegen je bijna onder de trap en zonder ademautomaat in,
moest je op tijd je adem inhouden als je weer onder de golven bedolven werd. Maar de duik was mooi. Daar ontdekten we andere diersoorten die we veel tegen zijn
gekomen in Bonaire: flamingo-tongen, slangalen, bebaarde vuurwormen, geellijn pijl krabben, schuwe trompetvissen en veel prachtig paars buisspons.
Op de ochtend van 16 maart is volgens internet-gebruikers één van Bonaire’s mooiste plekken aan de beurt: “Karpata”. En inderdaad… prachtig! Daar zien we het
eerste schildpadje. Die zijn opmerkelijk kleiner dan in bijvoorbeeld Egypte.
Na de duik eten we bij de duikstek en krijgen we bezoek van enkele hagedisjes en leguanen. Leguanen blijken ook bananenschillen te eten. Hierna volgt een rondrit
over het eiland, langs het Gotomeer met zijn flamingo’s en de woeste oostkust. Onderweg is het opletten voor overstekende geiten, kippen, ezels en hagedissen. Alles
loopt vrij rond. ’s Middags duiken we naar het wrak “Hilma Hooker”. Deze ligt op de stuurboordzijde op het rif. Het 72 meter lange en 11 meter brede schip is in de
zomer van 1984 gestrand en bleek een enorme lading marihuana aan boord te hebben. Er was echter geen eigenaar bekend en ook bleek het schip in slechte staat.
Daarom is het in september gezonken en een mooi duikobject geworden. De marihuana is verbrand door de autoriteiten.
Op 17 maart bezoeken we ’s ochtends ”Andrea II” in het noorden en ’s middags de “Zoutpier” in het zuiden. We signaleren o.a. octopussen, verschillende garnaaltjes,
barracuda’s, slijmvisjes en een naaktslak die Dennis spontaan de krulsla-slak noemt. Later zoeken we de slak op in het determinatie-boek van WillemJan en het beest
blijkt in het engels de” lettuce sea slug” te heten, inderdaad sla-zeeslak dus!
Bij de “Zoutpier” wordt het zout dat in de zoutmeren gewonnen wordt verscheept. Leuk om te zien hoe pelikanen hier fanatiek luchtaanvallen op vissen uitvoeren.
Onder water is het meeste leven te vinden rondom de peilers van de pier. Leuk!
18 Maart ’s ochtends testen we eerst onze conditie op de ”1000 Steps”. Vanaf een hoge klif 73 treden naar beneden naar een mooie duikstek. Terug de trap op met zware
natte duikspullen voelen de 73 treden echter als 1000 treden aan, vandaar de naam. Voor Trudy en Derko een bijzondere duik: zij zien als enigen twee sepia’s boven het rif
rondzwemmen en op de terugweg zien zij op afstand een grote rog zwemmen vlak bij de instap. De afstand is te groot om precies te zien welk soort rog dit is, maar aan de
puntige vleugels en lange staart te zien gokt Trudy op een adelaarsrog, ook al ziet ze geen witte stippen op de rug.
Na een meegenomen lunch gaat de rit verder noordwaarts, off road naar een nieuwere, afgelegen duikstek die nog gezond, dichtbegroeid en “on-ontgonnen” is: “Tailor Made”.
Dennis ervaart het inderdaad als een prachtige ongerepte stek, Trudy is gisteren door de enkel gegaan en geeft het voetje een duikje rust en blijft op de kant en geniet daar van
verschillende soorten hagedissen die op de enorme stapels dood koraal rondstruinen. Terug naar onze verblijfsaccomodatie denkt Derko een kortere weg te hebben gevonden,
via een onverharde weg. Dat blijkt echt off road rijden te worden en uiteindelijk strandden we voor een hek en moeten we dus weer terug. Wat een avontuur!
’s Avonds maken wij beide onze enige nachtduik deze vakantie, bij een duikstek die heel toepasselijk “Something Special” heet, helemaal aan het begin van de boulevard
van Kralendijk. We zien o.a. een heel klein kwalletje, een egelvis die van schrik twee keer zijn kop stoot tegen een enorme zeekomkommer en Dennis heeft fysiek contact
met een koffervisje die dat helemaal niet erg lijkt te vinden.
Op 19 maart komt Trudy met Klara bij “Calabas Reef” een klein naaktslakje tegen wat niet helemaal te determineren is m.b.v. het boek van WillemJan. Wij gokken op
de Flabellina Engeli, een paars-wit lichaam met roze “knuppeltjes” in een paar lijntjes over dwars over de slak heen. Prachtig!
’s Middags gaat de reis naar “Alice in Wonderland”, een mooie tuin met veel waaiende zachte koralen. Deze duikstek heeft een dubbel rif, waar een zandbodem
vol zandalen tussen zit. Leuk gezicht die periscoopjes in het zand.!
20 Maart staat er ’s ochtends een driftduik op het programma, van “La Dania’s Leap” naar “Karpata”. “La Dania’s Leap” blijkt niet goed aan gegeven te zijn, niet met de
gebruikelijke gele steen aan de kant van de weg, maar met een YinYang teken op de weg. Voor we het weten zijn we echter al bij “Karpata” en hebben we het YinYang
teken dus gemist. We besluiten om tegen de richting van het verkeer in terug te rijden, met enkele dukers voorop om goed te kijken waar het teken staat. Na even zoeken
hebben we de plek gevonden, maar vinden Tanja, Klara, Theo en Trudy de klim naar de waterkant, waar je met een commandosprong te water gaat, te eng (ongelijk over scherpe
koraalrotsen). Zij besluiten daarom om bij “Karpata” te gaan duiken, terwijl Delius, WillemJan, Derko en Dennis het avontuur wel aangaan. Na ca. 20 minuten duiken bij “Karpata”
komen de dames en Theo de heren tegen, zij hebben de drift-afstand afgelegd. Tijdens het driften, wat overigens meer op zwemmen leek bij gebrek aan stroming, zijn ze
verschillende schildpadden tegen gekomen. Bij aankomst bij “Karpata” hoorden de dames en Theo van verschillende duikers en snorkelaars dat er een manta-rog rondzwemt
tussen “Karpata” en “1000 Steps” en dat deze vandaag al een paar keer langs is gekomen. Aangezien Klara nog nooit een manta-rog heeft gezien, is alle aandacht daar op gericht
en ja hoor, bij terugkomst van de duik is er sensatie onder de snorkelaars… de manta is weer in de buurt. Klara besluit de vinnen nog even niet uit te doen en een paar minuten later
liggen wij weer in het water samen met een groepje snorkelaars. Een manta van ca. 4 meter doorsnee zwemt tussen ons door! Geweldig!!!! Hierna twijfelt Trudy of ze de vorige keer
bij Karpata in plaats van een adelaarsrog een manta heeft gezien.
’s Middags blijkt het een goede duikdag te zijn, want bij “Calabas Reef Noord”, helemaal aan het einde van de boulevard gaan we op zoek naar zeepaardjes en
hengelaarsvisjes. Volgens Roland, de eigenaar van de Dive Hut, onze verblijfsaccomodatie, zijn deze op die plek steeds aanwezig. Na even zoeken blijkt dat wij te klein
kijken voor zeepaardjes… de paardjes zijn hier niet een paar centimeter zoals in Zeeland, maar zijn paarden van een centimeter of 20! Wat een joekels! En de hengelaarsvisjes
zijn een stuk kleiner dan we ze kennen van de Malediven. Wat een schattig klein goed vermomd visje! Daarnaast komen we ook nog een klein bidsprinkhaantje, een flinke langoest,
een adelaarsrog en twee polonaise lopende pyamaslakken tegen. Wat een superdag!
Voor 21 maart staat er ’s middags onze enige bootduik gepland, dus blijven we een beetje in de buurt. “Bari Reef” blijkt een leuke duikstek te zijn, waar een enorm grote blauwe
papagaaivis rond zwemt.
De bootduik gaat naar “Klein Bonaire”. Hier zijn 26 duikstekken die allemaal per boot bereikbaar zijn, maar we laten de keuze aan onze gids. Hij kiest er voor om
langs de oostkust van Klein Bonaire te driften. Echter van driften is er niet echt sprake. We zwemmen een heel eind en zien ongerepte koraaltuinen met kleine
schildpadjes. Zeeschildpadden gebruiken de stranden van Klein Bonaire als nestplaats. Verder volgt een egelvis ons de gehele duik.
22 Maart: onze laatste duikdag. Klara had op internet gelezen dat “Tolo” ook een mooie duikstek moet zijn. Dat gaan we ’s ochtends zelf bekijken. Nou dat klopte. Wat een
geweldige koraaltuin! En opnieuw ziet Trudy samen met Derko een manta-rog voorbij komen. Geweldig! Staat een duik met Derko garant voor manta?!
Als laatste duikstek hadden Tanja en Trudy “Margate Bay” uitgekozen: de zuidelijkste duikstek waar je geen last van kite-surfers hebt en waar de stroming nog
minimaal is. Zuidelijker dan de Zoutpier waren we nog niet geweest, dus dit was een nieuw gebied voor ons. En de moeite waard bleek! Wat veel wild waaiend zacht
koraal! Een prachtige afsluiting van een mooie duikvakantie. Aan de waterkant begint het mangrove-gebied van Bonaire al (zuid-oost kant van Bonaire). In de meertjes
rondom de mangrove-struiken liggen massa’s op de kop liggende mangrove-kwallen.
Zaterdag 23 maart staat in het teken van inpakken, shoppen / souveniers kopen en afscheid nemen van de gezellige medewerkers van Dive Hut. Het was ons een waar
genoegen voor anderhalve week te wonen bij Roland, Irene, Inge, Jolanda en Jacqueline. En ook onze groep was erg gezellig. We hebben weer genoten! Helaas roept het
werk in het koude Nederland weer en zo komen we zondag 24 maart aan op Schiphol bij -1 graden Celsius……
Tot bubbels,
Dennis en Trudy Wiranta
